A.F.A.M. Wetzer, 7 februari 2012
In het begin van de 16de eeuw is de belangrijke familie Van Hedel eigenaar. Het huis wordt dan omschreven als 'huis, erf, achterhuis en tuin, achterwaarts uitstrekkende tot over het water'. Het perceel was 35½ voet (= 10,21 m) breed met een 40 voet ( = 11,50 m) groot terrein aan de overzijde van de Binnendieze. In 1573 krijgt de kramer Hendrik van Heusch het in bezit. Hij verkoopt in 1592 het huis en erf aan het klooster Mariënhage inclusief twee kelders voor aan de straat en één aan de achterzijde, een plaats erachter, een huis met erf aan het eind, zes huisjes naast dit achterhuis en een bleekveld, genaamd 'De Ramen' aan de overzijde van de Dieze. Dit onbebouwde terrein strekte zich achterwaarts uit over de voormalige stadsgracht tot aan het erf van de zusters Achter de Tolbrug. Bij de haardentelling in 1553 betaalt | 171 |
Gerard van Ravesteyn als huurder voor zes schouwen. Hij zal als schoenmaker niet zoveel stookplaatsen nodig gehad hebben. Het pand stond in die tijd te boek als logement waarmee het grote aantal schouwen verklaard is. Thomas van Ravesteyn, de kuiper, woonde in de kelder en had daar één stookplaats. Ook Peter Joosten, de kuiper die in de andere kelder woonde, betaalde voor één schouw. De kelders onder dit huis blijven in de loop van de tijd verhuurd. In 1569 worden de kelders aangeslagen voor de 100ste penning. Uit de bedragen blijkt dat er een grote en een kleinere kelder aanwezig zijn. De kleine kelder zal de nog aanwezige tweebeukige tongewelfde kelder onder het achterhuis zijn. De grote kelder is niet meer aanwezig, maar uit bouwsporen tijdens de sloop in 1948 zijn natuurstenen kolommen waargenomen, die duiden op een kelder met zes kruisgewelven, rustend op pijlers. Dergelijke kelders komen over het algemeen voor bij belangrijke oude gebouwen. Hebben we hier van doen met een oorspronkelijk 'stadskasteel'? In 1608 is er nog sprake van 'de steenen kamer' achter het hoofdhuis. Het brede pand is door een dwarsmuur in een voor- en achterhuis verdeeld. De linker zijmuur heeft 14de- of 15de eeuws baksteenwerk. In de bijna 90 cm dikke rechter zijmuur is een verjonging aangebracht, die wijst op een lage begane grond. Ook de linker zijmuur is opvallend zwaar. Hier is rekening gehouden met de bouw van het buurpand. De balklagen en de kapconstructie dateren uit de late 16de of uit de 17de eeuw. Van de oude bebouwing op het achtererf, zoals de stenen kamer en de kameren is niets meer terug te vinden. | 172 |
v. Lanschot, woonhuis57. "De Gelderse Roos". In 't jaar 1624 vermeld als Logement. | 24 |
No. 29 Naast het huis de Gulden Laars liep oudtijds van af den Hoogen Steenweg tot aan de straat Achter Tolbrug, een straatje of gangetje, het Kerkstraatje genaamd, dat omstreeks het jaar 1850 werd getrokken bij het N. waarts daaraan grenzend huis, genaamd de Zijde Spek, thans genummerd Hooge Steenweg 27.
Laatstgezegd huis werd in 1513 (Reg. n° 109 f. 71) gekocht door Adrianus 1), zoon van Mathijs, den zoon van Jan Mathijszn van Vladeracken 2); in 1581 werd het door Coenraet Salomonszn Ketelaer als man van Mechteld, dochter van Dirck Adriaenszn, verkocht aan hare zuster Aelken, huisvrouw, van den schrijnwerker Aelbert Bartholomeuszn van Megen; in 1631 behoorde het toe aan Jan Le Hardy Corneliszn en 28 Juli 1695 werd het door de voogden over de onmondige kinderen
| 575 | ||||||||||||||||||||||||
van Johan Schouten en Agatha van Gulick, mitsgaders door dezer meerderjarige kinderen Johannes en Tieleman Schouten, welke kinderen het geërfd hadden van Maria van Gulick weduwe van Pieter van Gogh, verkocht; het werd alstoen gezegd te staan tusschen het huis der erven Melchior Donckers ex uno en dat der weduwe Goijert Rogierszoon van Outvorst, een gemeen gangske tusschen beiden loopende, ex alio; kooper werd toen Joost van Hemert koopman te den Bosch; deze was gehuwd met Elisabeth van Heessel, van wie hij had: a. een zoon Gijsbertus van Hemert, die in 1740 te Vught woonde, en b. eene dochter Arnolda van Hemert, die huwde met Arnoldus Ter Croye, medicinae doctor te den Bosch 3); deze kinderen verkochten in laatstgezegd jaar dat huis aan Dirk van Genderen, woonachtig te den Bosch. Den 27 Juli 1818 verkocht Michiel Bouwman, koopman aldaar, het weder aan Reinier Joseph Closset, koopman aldaar, wiens zoon, die notaris te Visé was, het 15 November 1828 verkocht aan Ida Slypen, koop vrouw te den Bosch; in het begin der tweede helft van de 19e eeuw was het het postkantoor en thans is het kantoor der firma G. van Lanschot. Het daarnaast N.-waarts staand huis is het huis de Roos, dat in de 16e eeuw een logement of herberg was; het behoorde in het jaar 1505 (Reg. n° 99 f 360) toe aan Zeger, den zoon van Jan, den zoon van Goijart van Hedelen werd alstoen gezegd te zijn: domus, area, domus posteriores et ortus, dictae die Roze, staande tusschen het huis van Elisabeth weduwe Bullen en hare kinderen en het erf der kinderen van Wouter van Middegael ex uno en het huis van Dierck 4) van Hedel, zoon van Jacob Willemszn, ex alio, en achterwaarts zich tot over het water uitstrekkende. Over de familie van genoemden Zeger van Hedel zij hier het volgende medegedeeld 5):
| 576 | ||||||||||||||||||||||||
Goyart van Hedel eerstgenoemd had van zijne vrouw N. N. deze kinderen;
Bij de verdeeling der nalatenschappen van genoemden Zeger van Hedel en Aleid of Aelken van den Bosch, die in 1571 plaats had (Reg. n° 651 f. 64), werd het huis de Roos, dat toen gezegd werd te staan tusschen het huis de Zijde Spek ex uno en het huis van Willem van Loon ex alio, toebedeeld aan de kinderen hunner dochter Martha van Hedel, echtgenoote van Henrick de Heusch, zijnde: Arnd; Zeger; Aleid, echtgenoote van Joost van Hersel, (of Herzeele), koopman te Antwerpen; Elisabeth, echtgenoote van Everard van de Water Janszn; Jan; Henrick en Elsken, echtgenoote van Jacob Sanders van Oss; bij onderverdeeling van 1573 (Reg. n° 651 f. 229) is dat huis later gekomen aan laatstgenoemden Henrick de Heusch, omtrent wiens familie het volgende is te vermelden, voor zooverre dit althans uit de Bossche Schepenregisters valt op te maken:
| 577 | ||||||||||||||||||||||||
Henrick de Heusch 6), heeft van zijne vrouw N. N. een zoon: Henrick de Heusch, die huwde met Catharina van Gheel, welke, toen zij weduwe van hem was, het huis de Gulden kop, staande aan de Markt te den Bosch, verkocht. Hunne kinderen waren:
I. Arnd de Heusch, hiervoren sub a vermeld, huwde Elisabeth van den Eynde, dochter van Henrick Janszn. Hunne kinderen, die in 1520 als verkoopers optraden, zijn:
II. Henrick de Heusch, hiervoren sub I c vermeld, huwde Martha, de dochter van Zeger van Hedel 7). Hunne kinderen waren:
| 578 | ||||||||||||||||||||||||
Henrick de Heusch, hier voren sub II f vermeld, verkocht 23 December 1592 (Reg. n° 256 f. 484 vso) het huis de Roos, dat alstoen gezegd werd te zijn huis met erf, genaamd de Roose, waaronder twee kelders voor aan de straat en een kelder aan de achterzijde van dat huis; eene plaats daarachter; een huis met erf, staande ten einde achter het huis de Roos, alsmede zes huisjes, staande naast laatstbedoeld huis, en voorts een bleekveld, genaamd de Ramen, gelegen achter die huisjes over de Dieze, staande en gelegen dit alles tusschen de erven van de huizen de Zijde spek en de Laars, zoomede over het water tusschen het erf van Jan Everardszn van Berlicum c.s. ex uno en het huis de Pijnappel, waarin Henrick van Cueringen woont en het huis en erf van Heer en Mr. Franchoys van der Borcht Goossenszn, priester en kanonik der Collegiale kerk van St. Peter te Boxtel, waarin wonen de Religieuse Heeren van den Regulieren Convente van den Hage bij Eindhoven, ex alio en zich achterwaarts met eene brug over het water uitstrekkende tot aan het erf der Zusters van het Convent Achter de Tolbrug, - aan de Eerwerdige ende zeer religieuse heeren ende broederen Rutger van Schyndel, prior en Adriaan van Luycxgestel, supprior van het eerstgemeld convent, genaamd van onser Liever Vrouwen Haghe by Eyndoiven ende nu resideerende bijnnen Shertogenbossche.
Den 3 Maart 1608 (Reg. n° 251 f. 152 vso) verkochten Heer en broeder Joachim van Hemert, prior, Heer en broeder Hubert Hubertszn Seyssemakers, subprior, Heer en broeder Goijart Thomaszn Metsers, procurator en Heer en broeder Lenaert Gieliszn Bonarts, senior der Conventualen des Convents van de Regulieren, genaamd geweest zijnde van O.L.V. Hage bij Eindhoven, nu te den Bosch verblijvende, namens dat
| 579 | ||||||||||||||||||||||||
klooster aan Gijsbert van Zutphen, zoon van Daniel Gijsbertszn, het huis met erf, genaamd de Roose, staande aan den Hoogen Steenweg, mitsgaders de onder dat huis zich bevindende twee kelders voor aan de straat en den kelder aan de achterzijde van dat huis en een plaatsje achter dat huis gelegen, staande tusschen de Zijde spek ex uno en de Pijnappel ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan een plaatsje; item een huis, staande achter het voorschreven huis en nu genaamd de Steenen Kamer, begrensd door het plaatsje achter het huis de Roos ex uno en het erf van de Pijnappel ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van gezegd klooster. (Dat erf had ook aan laatstgenoemden Henrick de Heusch toebehoord, doch werd door meergezegd klooster niet mede verkocht; het zal het bleekveld de Ramen geweest zijn. Elisabeth, dochter van Jan Joachimszn, en weduwe van genoemden Gijsbert van Zutphen, erfde van dezen het huis de Roos, dat zij 5 Mei 1626 (Reg. n° 852 f. 171), als wanneer het gezegd werd te zijn de Witte roos en zich achterwaarts uit te strekken tot aan „het erf van het Convent van de Heeren Regulieren van den Hage, wesende eene camere aldaar”, verkocht aan haren zoon Daniel van Zutphen 8). Deze stierf 2 November 1668 en was gehuwd met 1° Angelina Glummers, die 18 Augustus 1649 overleed; 2° Walborch Tholincx, gestorven 28 November 1666; zijne kinderen waren: a. Gijsbrecht van Zutphen, die 27 Januari 1655 overleed 9); b. Johanna van Zutphen, welke het huis de Roos van haren vader erfde en het ten huwelijk bracht aan haren man Dirck van Berckel, die het 8 December 1671 (Reg. n° 454 f. 87) verkocht aan Melchior Donckers, overleden 9 Mei 1689, zoon van Joan Baptist Donckers en Adriana van Horenbeeck 10). Van laatst-
| 580 | ||||||||||||||||||||||||
genoemden kooper werd het huis de Roos geërfd door diens dochter Maria Angelina Donckers, geboren uit zijn huwelijk met Margaretha van Zutphen, dochter van Daniel en Angelina Glummers voornoemd; zij huwde met mr. Victor van Beughem, wiens tweede vrouw zij was 11); van haar werd dit huis weder geërfd door hare zuster, de geestelijke dochter Adriana Elisabeth Donckers, van wie het wederom erfden de in Deel II p. 83 genoemde Schoutheete'ns 12); dezen verkochten dat huis 30 Juli 1762 (Reg. n° 578 f. 219) aan Johan Hendrik Deckers, med. doctor te den Bosch. In 1833 behoorde het aan Hein de Wijs, lid van Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, wiens erfgenamen het den 17 September 1858 bij akte, verleden ten overstaan van den Bosschen notaris Hendrik Byvoet, verkochten aan Anna Maria Schmedding, echtgenoote van Hendrik Rapmund, med. doctor te den Bosch; zij verkocht het 25 Augustus 1863 weder aan Hendrikus Allardus Cremers, postdirecteur aldaar, die het op zijne beurt 6 Augustus 1870 verkocht aan Godefridus van Lanschot, zoon van Augustinus en Maria Helena Oomen en echtgenoot van Maria van Baerle; hij bracht het in in de bankierszaak onder de firma F. van Lanschot.
| 581 |
Noten | |
1. | Hij had een zoon Anthonis van Vladeracken, die de stamvader werd van de Noordhollandsche van Vladeracken's. |
2. | In 1514 (Reg. n° 110 f. 228) wordt vermeld Gerard, zoon van Jan Mathijszn van Vladeracken, als voogd over Jan en Joachim, onmondige zonen van Arnd, (den zoon van hem, Gerard) en Yda Olieslager, de dochter van Gijsbert, den zoon van Jan Jacobszn. |
3. | Hunne dochter Elisabeth Josina Ter Croye huwde met Jan Schouw, timmerman en architect te den Bosch. |
4. | Zijne kinderen zie men hiervoor p. 357. |
5. | Men zie nog Taxandria IX p. 48. |
6. | In Reg. n° 41 f. 301 komt eene Schepenakte voor, waarbij de kramer Henrick de Heusch Henrickszn in 1444 eene grondrente verleende aan zijne broeders Arnd, priester, Symon en Egidius. Deze Henrick de Heusch zal wel de stamvader der Bossche familie van dien naam zijn; zijne zonen waren Henrick en Symon de Heusch (Reg. n° 41 f. 140). |
7. | Zij hertrouwde na zijnen dood met Jacob Daems. |
8. | Hij kocht 17 Februari 1650 (Reg. n° 430 f. 133) van Johan Stappaerts als gemachtigde van den Prins van Oranje nog een huis met erf en bleekerij, gelegen te den Bosch Achter Tolbrug, strekkende met eene brug over de Dieze van het Raamstraatje achterwaarts tot aan eenen arm van die rivier. |
9. | Dr. C.F. Xav. Smits de Grafzerken der St. Janskerk p. 159. |
10. | Deel I p. 240 noot 1. |
11. | Deel II p. 82 en Taxandria VI p. 202. |
12. | Zie Taxandria VI p. 203 noot 5. |
1995 |
Esther WesselHet bouwbeeldhouwwerk (II)Erfgoedbekeken 3 (1995) 4 |
|
2012 |
RedactieVan Lanschot verkoopt kantoor en huurt terugBrabants Dagblad dinsdag 14 februari 2012 | 23 |
|
2012 |
Kees BechtoldPand van Van Lanschot kost 11 miljoen euroBrabants Dagblad dinsdag 13 maart 2012 | 23 |
2005 |
Gemeentelijk Monumenten Selectie Project (GMSP)
Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM)
|
|
2006 |
Gemeentelijke MonumentenAdres: Hooge Steenweg 29Omschrijving: kantoor Bouwjaar: - Kadastrale aanduiding: HTG00G 07323G0000
Gemeente 's-Hertogenbosch 2006
|
|
2011 |
Register Gemeentelijke MonumentenMonumentnummer: SOM0112Adres object: Steenweg 29, 31 Kadastrale aanduiding: HTG00G 07323G0000 Datum aanwijzing: 10 maart 2005
Gemeente 's-Hertogenbosch 2011
|
1865 | C.W.F. baron van Lijnden (majoor bij het 2e regement vesting artillerie) |
1875 | G.L.H. van Lanschot (bankier en mede directeur eener Brandverzekering maatschappij) |
1881 | G.L.H. van Lanschot (bankier en mede directeur eener brandverzekering maatschappij) |
1908 | wed. G.L.H. van Lanschot-van Baerle |
1910 | mevr. wed. G.L.H. van Lanschot- van Baerle |
1928 | fa. van Lanschot en Verheijen - fa. F. van Lanschot |
1943 | fa. F. van Lanschot (assuradeur) |
1983 | F. van Lanschot Bankiers N.V. |
F.G.G. Govers, Het geslacht en de firma F. van Lanschot 1737-1901 XXV (1989) 292
R.J.P.M. (René) Vroomen Wapens in 's-Hertogenbosch, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch (2021) 21, 24